10 mei 2024
Ecologisch bewustzijn groeit, samen met de interesse voor de aanleg van bloemenweides. Ondanks bestaat er nogal wat verwarring omtrent deze term.
Enige verduidelijking.
Bloemenweide is een verzamelnaam voor een kruidenrijke vegetatie die bestaat uit verschillende plantensoorten die in een zekere balans samen groeien. Dit doet vermoeden dat het een weide is met alleen maar bloemende kruiden, maar een bloemenweide zonder grassen bestaat niet. Daarom gebruikt men ook de term bloemrijk grasland. Door de bodem niet te verstoren en weinig of niet te bemesten , maar wel 2 tot 3 keer per jaar te maaien en het maaisel af te voeren, blijft de bloemenrijkdom behouden.
Komen er op een perceel grond enkel 1 jarige akkerplanten voor (bijvoorbeeld korenbloem, klaproos, gele ganzenbloem, …) dan spreekt men van een bloemenakker. Een jaarlijkse verstoring van de bodem is nodig voor de instandhouding hiervan.
Er is dus een groot verschil tussen een bloemenweide en een bloemenakker, aangezien de oorsprong en het beheer ervan helemaal anders is. Bij een mix van één- en tweejarige planten samen met kortlevende planten spreken we van een ruderale vegetatie. Het beheer is vergelijkbaar met een bloemenakker.
Een bloemenweide is dus geen ‘echte natuur’, maar ‘cultuur met ruimte voor natuurlijke processen’. Tot het begin van de vorige eeuw waren er nog veel kruidenrijke weides, hooilanden en akkers te vinden. Dat was voor het tijdperk van het gebruik van kunstmest, ruilverkaveling en ontwatering. Oude landbouwactiviteiten zorgden voor ideale omstandigheden wat ontwikkeling en instandhouding van kruidenrijke vegetaties betreft.
Er bestaan veel verschillende soorten bloemenweides en bijna altijd is een bloemenweide in een bepaalde fase, een tussenfase in een ecologisch proces (successie genoemd). Met het juiste beheer door mensen of dieren (bijvoorbeeld door maaien of begrazing) kan men deze fase behouden. Als er geen beheer plaatsvindt, dan evolueert een bloemenweide na verloop van tijd naar een bos.
Het belang voor het behouden en het verder ontwikkelen van bloemenweides met specifiek inheemse planten is groot. Veel van onze insecten hebben een zeer nauwe relatie met onze inheemse planten. Ze zijn voor een deel van hun levencyclus (eiafzet, voeding, overwintering) hier afhankelijk van. Bijvoorbeeld vlinders die hun eitjes afzetten op één specifieke plant (waardplant) waar de rupsen van leven. Op deze manier vervullen inheemse planten een noodzakelijke rol voor de biodiversiteit.
Exotische planten daarentegen komen uit andere gebieden en onze insecten gebruiken deze niet als waardplant. Wel worden deze bloemen bezocht door algemene (honing)bijen en vlinders die nectar en stuifmeel komen halen. Er worden tegenwoordig veel commerciële zadenmengsels aangeboden voor bloemenakkers. Deze zijn gericht op een uitbundig kleurenspektakel en bestaan vaak vooral uit uitheemse soorten. Deze dragen weinig bij tot de biodiversiteit. Ze staan er voornamelijk voor hun sympathiek en kleurrijk karakter. Deze mengsels worden ook wel “carnavalmengsels” genoemd.
Wil je echt bijdragen tot de biodiversiteit, dan kies je dus best voor een bloemenweide.