12 mei 2024
In natuurbeheer is het belang van dood hout reeds lang gekend. Het speelt namelijk een sleutelrol in de natuur en komt de biodiversiteit bovendien sterk ten gunste.
De term dood hout wordt gebruikt als verzamelbegrip voor afgestorven bomen of delen daarvan.
Men spreekt over twee soorten:
Staand dood hout is zeldzamer. In bredere zin bevat het ook beschadigde, zieke of afstervende bomen, struiken en delen hiervan.
In natuurlijke bossen onstaat voortdurend dood hout. Bomen sterven van ouderdom, maar ook door natuurlijke invloeden zoals stormen, bosbranden, blikseminslagen, massaal optreden van insecten en andere omgevingsfactoren zoals variatie in grondwaterstand en dergelijke.
Afhankelijk van de samenstelling van een bos ligt in Midden-Europa het percentage dood hout tussen de 10% en 30%. In een productiebos is dit aandeel verwaarloosbaar. Vroeger werden dode bomen verwijderd uit bossen omdat men dacht dat insecten en schimmels die op dood hout voorkomen ook gezonde bomen zouden aantasten, alsook om het gevaar op bosbranden te verminderen. De dag van vandaag laat men dode bomen meer en meer staan om een grotere biodiversiteit te bevorderen.
De meeste biodiversiteit ontstaat als er voldoende variatie is aan zowel staand als liggend hout in diverse verteringsstadia, in verschillende boomsoorten, dik en dun, op zowel zonnige als beschaduwde plaatsen.
Ongeveer 20% van de bosfauna is rechtstreeks afhankelijk van dood hout dat onder meer dient als voedsel, nestgelegenheid of schuilplaats. Er komen bijvoorbeeld 750 tot 1350 verschillende keversoorten voor op dood hout en een 600-tal verschillende paddenstoelen. Ook voor mossen en korstmossen is dood hout van levensbelang.
Daarnaast zou 20% tot 30 % van de bosfauna onrechtstreeks afhangen van dit dood hout, omdat ze leeft van bijvoorbeeld insecten die hierop voorkomen (bijvoorbeeld: roofinsecten, vogels, vleermuizen, reptielen, amfibieën, ...) Naald- en loofbomen trekken vaak verschillende specifieke organismen aan. Loofhout is voornamelijk voor paddenstoelen van belang, terwijl voor mossen voornamelijk naaldhout van belang is.
Tijdens het langzame afbraakproces van dood hout komen er voedingstoffen vrij in de bodem die nadien weer worden opgenomen door de omringende planten. Ook zorgen deze voedingstoffen voor gezonde kiemomstandigheden voor nieuwe generaties planten. Dood hout fungeert dus als een enorme voedselbron voor tal van levensvormen.
Binnen tuinen zijn er tal van mogelijkheden voor het integreren van dood hout. De makkelijkste en snelste manier hierbij is door het verwerken van je eigen snoeiafval.
Bijvoorbeeld:
Al deze manieren dragen zeer sterk bij aan het vergroten van de biodiversiteit en zijn dus fundamenteel voor een natuurrijke tuin.