Flora

Wat zijn indicatorplanten?

Geschreven door Emmanuel Heylen

19 mei 2024

Wilde planten groeien bij voorkeur waar ze het voedsel vinden dat ze nodig hebben en in een milieu waarvoor ze aangepast zijn en zich bijgevolg thuis voelen. Plantensoorten die indicatief zijn voor bepaalde milieufactoren zoals de grondsoort, de vochtconditie, de zuurtegraad van de bodem, de aanwezige voedselrijkdom en het humusgehalte, noemt men in de vegetatiekunde indicatorplanten. De plaats waar een plant in de natuur vanzelf groeit noemt men dan weer zijn natuurlijke groeiplaats of biotoop.

Door na te gaan welk type planten op welke grondsoort voorkomen kan men dus ook het omgekeerde doen: de bodemomstandigheden afleiden aan de hand van de begroeiing. In niet verstoorde omgevingen (dus waar de bodem niet bewerkt is en er geen herbiciden toegepast werden) kunnen de natuurlijk voorkomende planten aanwijzingen geven over welk type bodem er te verwachten is. Zo zijn de klaproos (Papaver) en veldzuring (Rumex acetosa) bijvoorbeeld indicatoren voor arme grond. Wanneer je veel Kleefkruid (Galium aparine) aantreft, wijst dit op een zeer stikstofrijke bodem. De mate waarin bepaalde planten aan- of afwezig zijn, geeft informatie over het lokale milieu.

Bij het aanplanten van zowel klassieke als natuurrijke tuinen zijn indicatorplanten daarom een essentieel handvat om te achterhalen hoe de lokale eigenschappen van de bodem zijn. Op deze manier kunnen we afleiden wat er zoal kan groeien en welke planten er zullen floreren en welke helemaal niet.

Elke bodem heeft dus een aangepaste flora. Komen er wijzigingen in de samenstelling van de voedingsbodem, bijvoorbeeld door de bodem te verrijken met compost, dan zal de oorspronkelijke vegetatie plaats maken voor een nieuwe plantengroei aangepast aan de nieuwe situatie.

Meer blogs